YI: De Bewoonbare Bouwplaats

Project: ontwerp en ontwerpend onderzoek

Cliënt: Rijksvastgoedbedrijf, College van Rijksadviseurs

Team: Baltussen – van Schaik, Francesco Veenstra (Cra), Elmer Pietersma (Cra), Nikolaj Liebregts (RVB), Laura Bakema (RVB)

Jaar: 2024

Programma: Horeca/werkplek/commercieel

Locatie: Utrecht

In het kader van het ‘Young Innovators programma’ werd een ontwerpend onderzoek verricht naar de fysieke en sociale aspecten van binnenstedelijke bouwplaatsen. Ruimtelijke kwaliteit – of het ontbreken ervan – was daarbij de focus. Binnen het onderzoek zijn een aantal bouwplaatsen in binnen- en buitenland onderzocht, en is er daaropvolgend een kader van regels opgesteld om tot bouwplaatsen te komen die beter binnen de fysieke, sociale en infrastructurele ordening van de stad zijn opgenomen.

Bouwplaatsen hebben een voor iedereen bekende verschijningsvorm. Haar grenzen worden daarbij vaak door rommelige hekken gedefinieerd. De omleidingen van verkeersroutes, losliggende straattegels en bergen met afval typeren vaak de openbare ruimte eromheen. Niet zelden ontstaan er gevaarlijke situaties of onoverzichtelijke plekken. Vanuit onze analyses blijkt dat er op een aantal vlakken met eenvoudige ingrepen verbetering kan worden gebracht, met name op het gebied van interactie, verkeer, uitstraling en gebruiksmogelijkheden.

De ontwerpopgave is daarbij benaderd vanuit de ervaring. Er is bekeken hoe mensen zich gedragen rondom bouwplaatsen, en hoe deze beleefd en gebruikt worden. Door de vormgeving ervan af te stemmen op die van de omliggende stedelijke ruimte is er naar een aansluiting en bediening van een aantal activiteiten binnen het publieke domein gezocht. Zo zijn voor die activiteiten uitnodigende elementen tot in detail ontworpen. Die elementen zijn geënt op de activiteiten die in de stad door middel van bepaalde ruimtelijke kwaliteiten worden bediend. Analoog hieraan is door middel van zichtkaders, luifels, zitvlakken, etalages, vernauwingen en verbredingen een afwisselende stadsruimte om de bouwplaats heen gevlochten, en is deze zo op ooghoogte met die omliggende stadsruimten aaneengesmeed tot een continu geheel.

Als concrete ontwerpoplossing is er voorgesteld om de perimeter van de bouwplaats beter af te stemmen op de stedelijke situatie eromheen. Door in te spelen op vernauwingen en verbredingen in de openbare ruimte kunnen plekken worden gecreëerd. Daarnaast stellen we voor een aantal kenmerken van kwalitatieve verblijfsplaatsen in de stad over te nemen in de vormgeving van de bouwhekken. Zo zou er bijvoorbeeld een etalage, kleine winkel of koffietent in de omtrek van een bouwplaats kunnen worden opgenomen. De combinatie van deze beide maatregelen zorgt voor een rijk aaneengeregen sequentie van actieve stedelijke ruimtes rondom de bouwplaats. De bouwplaats wordt zo – in plaats van een vijandig ongedefinieerde leegte – een dienend meubel van het stedelijk interieur.

Door op 3 niveaus de bouwschutting te verrijken ontstaat een afwisselende stadsruimte met verschillende karakters. Ten eerste wordt daarbij de tektonische opbouw van het bouwhek in verschillende expressies gedifferentieerd. Zo ontstaat er geen lange vlakke wand maar een rijke tactiele geleding. Daarnaast worden er een aantal 3D elementen opgenomen, door het hek plaatselijk te verdubbelen om er een etalage, zitgelegenheid of doorzicht te voorzien.

Op de hoeken tenslotte worden een aantal kleinschalige functies geplaatst. Zo ontstaat een samenhangende enscenering van de bouwplaats op ooghoogte.

Vergeleken bij de energie en materialen die benodigd zijn voor de looptijd van een bouwplaats, is de extra benodigde investering voor ruimtelijke kwaliteit eigenlijk miniem. Zeker wanneer het gaat om langdurige bouwprojecten is het cruciaal om na te denken over de invulling van de stad in de ‘tussentijd’. Bovendien bestaat een bouwplaats helemaal niet als tijdelijke entiteit, omdat ze eigenlijk permanent in de stad aanwezig is. Daarom zouden er juist hogere eisen moeten worden gesteld aan deze alom tegenwoordige tussenperiode. De voorgestelde strategie is daar een voorbeeld van.